VOLENDAM - Vandaag heeft de officier van justitie in Amsterdam een celstraf van acht jaar geëist tegen een 25-jarige man uit Volendam die verdacht wordt van poging doodslag op een prostituee op 1 maart 2020. De vrouw, die die dag zwaar gewond in haar eigen woning in het Wallengebied werd aangetroffen, ligt nog steeds in coma.

De verdachte werd diezelfde dag in de woning van het slachtoffer aangehouden en zit sindsdien vast. Hij had zelf 112 gebeld, maar ook weer de verbinding verbroken. Ruim een uur later pas nam de man opnieuw contact op met 112. Vervolgens duurde het nog een tijd voordat hulpverleners ter plekke waren in het betreffende pand aan de Oudezijds Achterburgwal omdat het aan de hand van de melding niet direct duidelijk werd wat er aan de hand was en waar zich dat had afgespeeld.

Uit het politieonderzoek is duidelijk geworden dat er die zondagochtend onenigheid ontstond over de betaling. Dat blijkt zowel uit de vele appjes die de vrouw aan haar partner heeft gestuurd als uit appjes van de verdachte aan een vriend van hem. De verdachte verklaart dat hij meerdere betalingen moest doen aan de vrouw die hem niet wilde laten gaan.

Verdachte zegt dat hij boos was en het slachtoffer een duw heeft gegeven. Wat er daarna gebeurde zou hij niet meer weten. Uit het onderzoek is gebleken dat slachtoffer meermalen hard geschopt en geslagen is. Over het hele lichaam van de vrouw zijn bloeduitstortingen en is er sprake van levensbedreigende letsels. De actuele medische toestand van het slachtoffer is buitengewoon triest en verdrietig: er is geen communicatie mogelijk, het is niet duidelijk of ze op prikkels reageert en ze kan niet eten laat staan zelfstandig bewegen.

De verdachte, die onder invloed was van zowel alcohol als cocaïne, verklaart dat hij op dat moment ‘paranoia’ was, het latere slachtoffer zou hem gek hebben gemaakt. Het OM stelt zich op het standpunt dat hij zichzelf in die toestand heeft gebracht. Ook stelde de officier op zitting dat verdachte meer had kunnen doen om hulp te halen. Hij belde weliswaar zelf met 112 maar verbrak de eerste keer snel de verbinding. Toen hij ruim een uur later voor de tweede keer contact zocht, gaf hij niet duidelijk aan wat er aan de hand was en waar hij en het slachtoffer zich bevonden.

De officier vandaag in haar requisitoir: “Het feit dat slachtoffer hem geld heeft afgetroggeld en hem niet heeft willen laten gaan is niet fraai. Het is goed voor te stellen dat verdachte daardoor geïrriteerd is geraakt. Maar het is wat mij betreft onvoldoende ernstig om daarmee iets af te doen aan de toerekenbaarheid van de verdachte. Zijn handelen is zo disproportioneel geweest ten opzichte van wat hem werd aangedaan. Dat is mogelijk te verklaren door zijn alcohol- en drugsgebruik, maar dat heeft hij aan zichzelf te wijten.”

Bij het bepalen van de strafeis heeft de officier van justitie rekening gehouden met het feit dat de verdachte geen strafblad heeft, inzicht toont in wat hij gedaan heeft en zich dat ook aantrekt. De ernstige toestand waarin het slachtoffer zich bevindt is strafverzwarend. Alles afwegende komt de officier op een strafeis van acht jaar cel.