DOETINCHEM/DIDAM - “Het Openbaar Ministerie is ervan overtuigd dat Tonny ter Horst is doodgeschoten door de twee verdachten die vandaag terecht staan. Nog steeds, ook na de ontkenningen van verdachten op zitting en na het bestuderen van verschillende notities van de verdediging die op eerdere momenten in deze strafzaak zijn ingebracht.” Zo begon de officier van justitie voor de rechtbank in Zutphen de motivering van de strafeisen tegen een 51-jarige Doetinchemmer en 54-jarige Didammer voor het ombrengen van Ter Horst, na een mislukte overval op 9 oktober 2000 in Terborg.
Het OM eist gevangenisstraffen van 12 en 16 jaar in de coldcasezaak, die weer is opgepakt nadat een getuige zich in 2020 met belastende informatie meldde bij Peter R. de Vries.
Die oktoberavond in 2000 is Ter Horst op familiebezoek. In de woning ernaast plegen twee personen een overval op een coffeeshop aan huis, waarbij wordt geschoten. In hun vlucht stuiten de overvallers op straat op Ter Horst. Het slachtoffer wordt beschoten en overlijdt aan zijn verwondingen. De overvallers vluchten te voet en laten daarbij de auto (een voertuig van de schoonmoeder van één van de verdachten en waarin verdachte vaker is gezien) waarmee ze eerder arriveerden achter.
In 2001 worden drie personen -onder wie de Doetinchemmer- veroordeeld voor de overval (en niet voor het ombrengen van Ter Horst) op de thuisdealer. In hoger beroep worden twee van hen in 2004 door het Hof vrijgesproken. Het Hof oordeelt anders over een belangrijke verklaring, namelijk de herkenning van de coffeeshophouder. Het Hof stelt in 2004 dat de verklaringen niet consistent zijn en acht ze zodoende niet bruikbaar als bewijs.
Vandaag voegt het OM die herkenning bij de bewijsmiddelen voor het schieten door verdachten op hun slachtoffer. Het OM acht deze nog altijd betrouwbaar. Daarvoor is een analyse gemaakt en het OM komt nadrukkelijk tot een ander inzicht dan het Hof in 2004. De officier van justitie over de waarde van de verklaring: “Het OM constateert dat die, daar waar het de uitvoering van het delict betreft, eigenlijk steeds een consistent verhaal is: dat ziet op twee mannen, een blanke, grotere man en een getinte. De getinte vroeg om 25 gulden aan wiet, de grotere schoot door het raam, hij had het vuurwapen in zijn rechterhand. Dat is steeds de lezing van de coffeeshophouder.”
De getuige die zich in 2020 meldt bij Peter R. de Vries legt in 2021 een belastende verklaring bij de politie af. Het gaat hier om een broer van de 51-jarige Doetinchemmer, die aanspraak maakt op de uitgeloofde beloning. Deze nieuwe verklaring van deze broer vertoont grote overeenkomsten met een anonieme melding die in 2003 is gedaan middels een telefoontje aan het programma Opsporing Verzocht. Desgevraagd herkent deze persoon grote delen van de anonieme melding als de zijne. Het OM acht het van belang dat de strekking dezelfde is, daar de broer in 2003 nog geen financiële tegenprestatie claimt.
De broer wordt na het heropenen van de coldcase ingezet als informatie-inwinner en heeft voor zijn inzet ook geld ontvangen. Ook een tweede persoon legt in 2024 een verklaring af bij de politie die wijst op betrokkenheid van de twee verdachten. Hij verklaart dat hij de dag na de overval is gebeld door de verdachte. Hij vertelt hem dat hij een overval heeft gepleegd en de naam van de andere verdachte wordt daarbij genoemd. “Het OM acht ook deze verklaring betrouwbaar en geloofwaardig. Er is geen belang om verdachte te belasten. Bovendien heeft hij voorafgaand aan de verklaring een raadsman geraadpleegd en heeft zich daardoor laten vergezellen tijdens het verhoor.”
Het OM over deze twee nieuwe verklaringen: “Ontegenzeggelijk vormen ze een belangrijk bewijsmiddel. Anders zouden we hier vandaag niet hebben gestaan met zijn allen.”
Op basis van de beschikbare informatie komt het OM tot de conclusie dat het de Didammer is geweest die Ter Horst heeft doodgeschoten. Er is sprake van gekwalificeerde doodslag; een doodslag gepleegd om bij betrapping op heterdaad na een overval straffeloosheid te verzekeren. Ook wordt hem een poging doodslag ten laste gelegd tegen de coffeeshophouder, die tijdens de overval werd beschoten. Het OM eist daarom tegen deze verdachte een gevangenisstraf van 16 jaar.
Voor de Doetinchemmer geldt dat hij niet een tweede keer kan worden vervolgd voor de overval, daar hij hiervoor in hoger beroep eerder is vrijgesproken. Er kan volgens het OM ook niet bewezen worden dat hij een uitvoeringshandeling heeft verricht die in relatie te brengen is tot de dood van Ter Horst; hij heeft immers niet geschoten: “Maar dat is niet noodzakelijk om tot een veroordeling van medeplegen te komen. Daarvoor is noodzakelijk dat zodanige gedragingen kunnen worden vastgesteld dat van een nauwe en bewuste samenwerking kan worden gesproken met degene die wel uitvoeringshandelingen hebben verricht.” Voor zijn aandeel eist het OM een celstraf van 12 jaar.
De officier van justitie stond vandaag ook stil bij de gevolgen die het ombrengen van Ter Horst heeft gehad op de nabestaanden en bij het feit dat het bijna een kwart eeuw heeft geduurd voordat er verdachten voor werden vervolgd: “Wat doorklinkt is het gegeven dat vrijwel een geheel gezin in de loop van de jaren is gestorven. Vader, moeder, broers en zussen van Tonny zijn overleden zonder dat zij uiteindelijk de finale antwoorden op hun vragen hebben gekregen. Dat is heel verdrietig. Een heel gezin heeft meer dan 20 jaar geleefd met de gedachte dat de dood van hun zoon en broer onbestraft is gebleven.”