VOLENDAM - De rechtbank Noord-Holland heeft een 81-jarige vrouw veroordeeld voor poging tot moord op haar buren door het veroorzaken van brand in hun woning. Dat gebeurde op 10 april 2021 in Volendam. De verdachte krijgt een gevangenisstraf van twee jaar opgelegd. Ook moet zij haar buren een schadevergoeding van in totaal ruim 7.500 euro betalen.

Brandstichting
De vrouw en haar buren hadden al jaren een moeilijke verstandhouding. In het verleden hebben zich meerdere confrontaties voorgedaan. Op de zitting vertelde de verdachte dat zij zich al lange tijd ernstig stoort aan het gedruppel van de waterfontein in de tuin van haar buren en aan muziek afkomstig van hun perceel. Op 10 april liep de spanning volgens de verdachte zo hoog op dat ze in de vroege ochtend een brandbaar materiaal en een brandbare vloeistof via de brievenbus in de woning van haar buren bracht. Vervolgens stak zij dit aan waardoor brand ontstond. De vrouw was zich ervan bewust dat haar buren op dat moment waarschijnlijk nog lagen te slapen.

De brand veroorzaakte voor de slachtoffers, die allebei op gevorderde leeftijd zijn, een levensgevaarlijke situatie. Zij zijn er uiteindelijk in geslaagd aan het vuur te ontsnappen door op de eerste verdieping uit een raam te klimmen. Dat er geen dodelijke slachtoffers zijn gevallen is volgens de rechtbank te danken aan het alarm van de rookmelder en kordaat handelen van omstanders en de slachtoffers zelf. De verdachte is na de brandstichting rustig naar haar eigen woning teruggelopen en heeft zich niet om de slachtoffers bekommerd.

Poging tot moord
Volgens de verdachte handelde ze in een vlaag van verstandsverbijstering. De rechtbank heeft echter geen aanwijzingen dat de verdachte niet wist was ze aan het doen was. Omdat de buren een camera in de tuin hadden, zijn er camerabeelden beschikbaar van wat de verdachte op de bewuste ochtend heeft gedaan. Haar handelingen bij de brandstichting zijn op de zitting bekeken en ogen volgens de rechtbank rustig en gedecideerd. Tegen een toevallige voorbijganger die getuige was van de brandstichting heeft de verdachte gezegd: ‘Ja, ik ben er helemaal klaar mee, ze maken de hele nacht drukte, ik steek het in de fik.’

Dit wijst volgens de rechtbank op een vooropgezet plan van de verdachte om brand te stichten in de woning van de buren, zodat zij om het leven zouden komen. Omdat de vrouw vóór en tijdens de uitvoering van haar daad voldoende gelegenheid heeft gehad om na te denken, vindt de rechtbank bewezen dat zij met voorbedachten raad heeft gehandeld. Dat betekent dat niet alleen sprake is van brandstichting, maar ook van poging tot moord.

Gevangenisstraf
De vrouw heeft op de zitting weliswaar haar spijt betuigd, maar tegelijkertijd legt zij de schuld nog altijd voor een groot deel buiten zichzelf. De rechtbank neemt dit de verdachte ernstig kwalijk. Zij krijgt een gevangenisstraf van twee jaar opgelegd. Daarbij is de ernst van haar daden in aanmerking genomen, maar ook de hoge leeftijd van de verdachte en dat zij tot nu toe nooit eerder is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit. Volgens deskundigen is zij licht verminderd toerekeningsvatbaar te achten en is er weinig kans op herhaling.

De vrouw was in de aanloop naar de zitting al enige tijd op vrije voeten omdat haar voorlopige hechtenis was geschorst. De officier van justitie heeft gevorderd die schorsing op te heffen, zodat zij direct weer in hechtenis genomen zou kunnen worden. De rechtbank wijst dit af omdat in dit geval het persoonlijke belang van de verdachte om een eventueel hoger beroep in vrijheid te mogen afwachten zwaarder weegt.